De window of tolerance of simpel gezegd ‘het raampje’ maakt inzichtelijk hoe stress bij mensen en kinderen kan oplopen.
Optimale arousalzone (mensenbrein)
Als je binnen je window of tolerance functioneert, kun je stress op een goede manier verwerken. De verschillende delen van de hersenen werken optimaal samen, waardoor cognitieve, emotionele, sensorische en motorische informatie goed kan worden geïntegreerd. Het raampje vormt zo een optimale zone voor informatieverwerking. Binnen die zone wisselt het spanningsniveau zich af, afhankelijk van de situatie. Is het kind moe, hongerig of moet het kind een toets maken? Dan loopt de spanning op. Gaat het kind zitten op de bank of slapen, dan zakt de spanning. Moet het kind een prestatie leveren? Dan stijgt de spanning. Hoe breder de window of tolerance is hoe beter het kind in zijn raampje kan blijven functioneren.
Luna kijkt even op, als zij ziet dat de directeur naar de juf loopt om iets te vragen. De spanning van Luna loopt een klein beetje op, wat zou de directeur te vertellen hebben? Maar zij blijft binnen haar window of tolerance. Luna denkt er verder niet over na en gaat weer verder met haar rekenwerk, waarna haar spanning al snel weer zakt naar het eerdere niveau.
Hyperarousalzone (zoogdierenbrein) en hypo-arousalzone (reptielenbrein)
Soms kan de stress echter zo oplopen dat het kind uit zijn raampje gaat. Dit gebeurt ook bij volwassenen. De bovenste delen van de hersenen (mensenbrein) worden door een te hoge stress uitgeschakeld en de lagere hersendelen (zoogdierenbrein en reptielenbrein) reageren primitief op de stressreactie, gericht om te overleven. Hierdoor zeg of doe je dingen die je nooit zou doen als je binnen je window of tolerance bent.
Schiet je ‘boven’ uit je raampje dan neemt het reptielenbrein/zoogdierenbrein het over:
Schiet je ‘onder’ uit je raampje dan neemt het reptielenbrein het over:
Sam krijgt een tekenopdracht. Zijn spanning neemt toe want de vorige keer toen hij een tekenopdracht kreeg is dat helemaal mislukt, hij had zijn papier verscheurt en weggegooid. En nu dus weer een opdracht. Sam wordt onrustig en kijkt om zich heen. Hij staat op en loopt de gang op. Hier blijft hij voorlopig en loopt heen en weer. Die opdracht gaat hij dus mooi niet doen. Bij Sam zien we een vluchtreactie. De spanning is te hoog opgelopen.
Breedte window of tolerance
Bij ieder kind is de breedte van de window of tolerance net weer even iets anders. Sommige kinderen presteren juist goed als ze iets heel spannend vinden en sterke gevoelens ervaren, terwijl andere bij een beetje boosheid of angst al niet meer mee kunnen doen met een activiteit. Zowel kinderen als volwassenen schieten bij te hoog oplopende stress uit de optimale zone. Hoe smaller de window of tolerance hoe eerder het kind de spanning niet meer aankan en uit zijn raampje schiet. De breedte van een raampje hangt af van het kind en van wat het kind heeft meegemaakt. Bij langdurige stress wordt het raampje steeds smaller. Deze kinderen gaan heel vaak uit de optimale zone en kunnen heel hun leven last houden van een te smal raampje.
Omgaan met stress
Hoe kan je een kind helpen om zijn window of tolerance groter te maken? Allereerst is het heel belangrijk dan een volwassene in de buurt het kind helpt te kalmeren waardoor de stress zakt. Ook kunt je het kind leren emoties herkennen, onder woorden brengen en hoe het zichzelf kan kalmeren. Het kind leert: emoties zijn normaal, ze betekenen niet altijd dat er iets ergs gaat gebeuren. Langzaamaan kan het raampje van het kind weer groter worden. Het denkende brein (mensenbrein) kan weer beter functioneren waardoor het kind zich beter kan ontwikkelen.
Trainer Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen
Jaren geleden hoorde ik Leony Coppens spreken over haar boek 'Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen'. Wat zij vertelde was voor mij één en al herkenning. De leerlingen waar ik op dat moment mee werkte lieten vaak gedrag zien waar ik me geen raad mee wist. Met veel (onbewuste) sensitiviteit lukte het me wel vaak om de leerlingen zich veiliger te laten voelen. Ik heb het boek aangeschaft en ben het gaan lezen. Het boek leerde me te kijken door een traumabril: trauma kan de ontwikkeling van het brein negatief beïnvloeden en dit kan gevolgen hebben voor het functioneren van het kind en de mogelijkheden om te leren. Daarop volgde ik de cursus train-de-trainer bij Leony. Als trainer Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen laat ik leerkrachten zien wat de invloed van trauma kan zijn op de ontwikkeling en het gedrag van kinderen. De training zorgt voor een beter begrip voor het kind en geeft handvatten om het kind optimaal te ondersteunen. Inmiddels ben ik ook coachees aan het helpen inzien hoe het brein werkt en hoe zij hun window of tolerance kunnen verbreden.